Verlies van een zwangerschap, waarbij de bevruchte eicel, embryo, of foetus doodgaat en normaal gesproken uitgestoten wordt. Dit komt heel vaak voor in de vroege stadia van een zwangerschap.
Dit artikel wordt nog medisch beoordeeld.
Medewerkers
Auteur Julian Zeegers
Reviewers Britte Megens en Sophie Oppelt
Redacteur Juliëtte Gossens Vertaler Juliëtte Gossens
10-15% van de klinisch erkende zwangerschappen gaat op een bepaald moment verloren. Bovendien lijdt 5% van de zwangeren een tweede zwangerschapsverlies en nog eens 1% lijdt nog meer verliezen. Dit verschijnsel wordt ook wel "herhaalde miskramen" genoemd (1). Zwangerschapsverlies treedt vooral op in het eerste trimester. De kans op een miskraam neemt in de weken daarna af. Bovendien gaan veel zwangerschappen verloren zonder dat de drager dat zelf door heeft. Je kunt namelijk een miskraam makkelijk verwarren met een gewone menstruatie. Daarom worden deze zwangerschappen en miskramen niet herkend door artsen. Hieronder bespreken we enkele veel voorkomende oorzaken en risicofactoren van miskramen, en mogelijke verdere stappen als je vaker miskramen hebt.
In dit artikel
Oorzaken
Risicofactoren
Verdere stappen
Oorzaken van een miskraam
Een reden voor herhaalde miskramen kan chromosoomafwijkingen zijn. Chromosomen zijn heel grote deeltjes in de cel die al iemands genetische informatie dragen. Soms zitten er fouten in deze deeltjes, waardoor ze zich anders of helemaal niet normaal gedragen. 65-70% van de miskramen zijn naar schatting te wijten aan deze chromosoomfouten (1).
Elke menselijke cel bevat 46 chromosomen, die in 23 paren voorkomen. Elk paar bestaat uit een chromosoom afkomstig van de biologische moeder en een chromosoom afkomstig van de biologische vader. De eerste 22 paren worden autosomen genoemd, die zijn genummerd van groot naar klein. Deze autosomen bevatten genetische informatie over alle eigenschappen die niet aan het geslacht gekoppeld zijn. Het laatste paar, het 23e paar, bestaat uit de geslachtschromosomen. Deze bepalen je geslacht. De meeste mannen hebben geslachtschromosomen X en Y, en de meeste vrouwen hebben twee X-chromosomen.
De meest voorkomende fouten die een miskraam tot gevolg hebben, zijn trisomie 16 en trisomie 22 (1). Dit betekent dat er respectievelijk drie kopieën van chromosoom 16 en 22 zijn, terwijl er maar twee zouden moeten zijn. Monosomie is de meest voorkomende afwijking van de geslachtschromosomen. Dit betekent dat er maar één chromosoom aanwezig is in plaats van twee, bijvoorbeeld alleen X of alleen Y.
Risicofactoren voor een miskraam
Er zijn verschillende risicofactoren voor een miskraam. Zo heeft een moeder met een hoge leeftijd een hoger risico op een miskraam. Dit komt vooral omdat fouten in de celdeling zich opeenstapelen, waardoor de hierboven besproken chromosomen niet goed gescheiden worden. Dit kan leiden tot de eerder genoemde trisomie en monosomie (1).
Andere risicofactoren zijn roken, alcoholgebruik en obesitas. Verder is een belangrijke risicofactor waar je misschien nog niet vanaf wist, het ondergaan van invasieve prenatale tests. De vlokkentest en de vruchtwaterpunctie zijn voorbeelden hiervan en hebben een klein risico op een miskraam.
Ik heb meerdere miskramen gehad. Wat nu?
Als je in het verleden meerdere miskramen hebt gehad, is het begrijpelijk dat je je zorgen maakt over of je wel een gezond kind ter wereld kunt brengen. Misschien wil je weten wat precies de oorzaak is van je herhaalde miskramen en of dit opgelost kan worden.
Er zijn verschillende methoden voor onderzoek op chromosomen bij miskramen. Eén methode om chromosomen te onderzoeken is de cytogenetica. Bij deze methode worden verschillende cellen uit de placenta geïsoleerd die DNA van het embryo of de foetus bevatten. Deze cellen worden in het laboratorium gekloond en met behulp van een karyotype worden de chromosomen zichtbaar gemaakt (1).
Een karyotype is een afbeelding waarop elk chromosoom in een cel gepaard en in de juiste volgorde te zien is. Op basis van dit overzicht kun je zien of er sprake is van een trisomie of een monosomie. Een ander fenomeen dat je in karyotypes kan zien, zijn chromosomale translocaties. Een chromosomale translocatie treedt op wanneer twee chromosomen van verschillende paren stukjes genetische informatie met elkaar uitwisselen. Aangezien translocaties tot ernstige chromosoomafwijkingen kunnen leiden, kunnen ze heel nuttig zijn bij het vinden van de oorzaak van herhaalde miskramen (1).
Een andere methode om chromosomen te onderzoeken is de Single Nucleotide Polymorphism (SNP) microarray. SNP's zijn heel kleine locaties op chromosomen die tussen individuen een klein beetje verschillen, waardoor de eiwitten in de cellen van verschillende personen net een beetje anders zijn. Dit kan zorgen voor afwijkend gedrag van deze eiwitten. Door de SNP-microarray te gebruiken, kunnen artsen de genen van de foetus vergelijken met die van de ouders. Zo kan vastgesteld worden waar de afwijking vandaan komt, dus welke ouder de afwijking heeft doorgegeven (1).
Miskramen kunnen zeer belastend zijn voor aanstaande ouders en kunnen emotioneel zwaar vallen. (Genetisch) onderzoek kan duidelijkheid geven over de oorzaak van de miskramen, en verhoogt de kans op een succesvolle zwangerschap in de toekomst (1). Als de oorzaak van de miskramen bekend is, kunnen soms namelijk maatregelen genomen worden om herhaling te voorkomen. Ouders hebben zo een grotere kans om een baby te voldragen.
Bronnen
McQueen DB, Lathi RB. Miscarriage chromosome testing: Indications, benefits and methodologies. Semin Perinatol. 2019;43(2):101-4. DOI: 10.1053/j.semperi.2018.12.007
Let op: de informatie die we hier voor je verzamelen is strikt voor educatieve doeleinden. Als je je niet goed voelt of als je enige klachten of vragen over je gezondheid hebt, neem dan alsjeblieft contact op met je arts of andere relevante zorgmedewerker. Wij geven geen medisch advies.
Comments