top of page

Nieuw met gezondheidsgerelateerde taal? Open onze woordenlijst in een apart venster om het lezen makkelijker te maken! Termen in artikelen die in onze woordenlijst staan zijn gemarkeerd.

Wat zijn HIV en AIDS?

HIV (humaan immunodeficiëntievirus) is een virus dat het immuunsysteem aanvalt en tot een levensbedreigende ziekte leidt: AIDS (verworven immunodeficiëntiesyndroom).


Dit artikel wordt nog medisch beoordeeld.

Medewerkers

Schrijver Yasemin Kaya

Reviewers Sophie Oppelt en Alizeh Ahsan

Redacteur Juliëtte Gossens

Vertaler Juliëtte Gossens

 

HIV is een virus dat het immuunsysteem aanvalt (1). Normaal gesproken helpt je immuunsysteem je lichaam te vechten tegen allerlei soorten microben en infecties, en voorkomt dat we ernstig ziek worden. Maar HIV valt dus de cellen van dat immuunsysteem aan. Als je HIV hebt, loop je daarom meer risico op verschillende ziekten zoals longontsteking, tuberculose en zelfs bepaalde soorten kanker.

De termen HIV en AIDS worden vaak door elkaar gebruikt, maar ze zijn niet hetzelfde. HIV is het virus dat AIDS veroorzaakt. AIDS is het resultaat van de infectie met het virus: extreem lage niveaus van immuuncellen (vooral witte bloedcellen). Dit is een van de meest voorkomende doodsoorzaken ter wereld (17).


In dit artikel



 

Wie kan HIV of AIDS krijgen?

Volgens de wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waren er in 2021 1,5 miljoen nieuwe HIV infecties in de hele wereld (14). Het virus komt vooral veel voor in Afrika: tweederde van alle nieuwe infecties waren op dat continent. In 2021 waren er in totaal zo'n 38,4 miljoen mensen die met de infectie leefden (deze mensen zijn HIV-positief). Tragisch genoeg waren er in dat jaar naar schatting ongeveer 650 duizend doden door AIDS. Sinds de jaren 80 van de vorige eeuw zijn er minstens 40 miljoen mensen overleden door de ziekte, hoewel het er waarschijnlijk nog een stuk meer zijn. Dat komt omdat veel gevallen niet worden gemeld door het stigma dat nog steeds geassocieerd wordt met HIV en AIDS. Op veel plekken in de wereld zijn HIV-positieve mensen in gevaar als anderen weten dat ze geïnfecteerd zijn (3, 15, 16).

Veel mensen geloven dat alleen bepaalde groepen mensen HIV kunnen krijgen, zoals homoseksuele mannen. Maar iedereen kan een HIV-infectie oplopen en het is belangrijk om je goed te beschermen als je seks hebt met anderen. Je kunt hier meer lezen over beschermingsmethodes. Dat gezegd hebbende, zien we wel dat bepaalde groepen mensen meer risico lopen op een HIV-infectie, voornamelijk door hun sociale en economische omstandigheden (3). Dit zijn bijvoorbeeld:


- Mannen die seks hebben met mannen

- Mensen die drugs (zoals heroïne) in hun aders injecteren

- Gevangenen

- Sekswerkers

- Transgender mensen


Waarom hebben mannen die seks hebben met mannen en transgender mensen meer risico op HIV?


Nogmaals: zelfs als je niet deel bent van deze groepen, ben je zeker niet beschermd tegen een HIV-infectie. Je kunt het nog steeds krijgen als je onbeschermde seks hebt, ook als je heteroseksueel en cisgender bent. In het Verenigd Koninkrijk komt zelfs ongeveer de helft van de nieuwe HIV-infecties voor bij mensen die heteroseksuele seks hebben (20).


Hoe HIV verloopt

Een HIV-infectie doorloopt drie verschillende stadia, waarbij de ontwikkeling van AIDS het laatste stadium is.


Eerste fase: acuut

Wanneer mensen net zijn besmet, krijgen ze vaak griepachtige klachten: koorts, keelpijn, 's nachts zweten en vermoeidheid komen veel voor in deze eerste (acute) fase van de ziekte. Omdat dit soort klachten ook veel voorkomen bij andere ziektes, is het moeilijk om HIV te herkennen in dit vroege stadium. De klachten gaan meestal binnen twee weken weg (2). Tijdes deze periode is het aantal HIV-deeltjes in het bloed (dit heet de "viral load") heel hoog. Dat betekent dat het makkelijk is om de infectie door te geven aan een ander als je bijvoorbeeld onbeschermde seks hebt of naalden deelt. Hieronder lees je meer over manieren waarop HIV doorgegeven wordt.

Tweede fase: chronisch

Tijdens de tweede fase van de ziekte is het virus zich aan het vermenigvuldigen in het lichaam. De viral load wordt gestaag hoger omdat het virus de immuuncellen aanvalt. Dit is een cyclus: wanneer het virus aanvalt, kan het immuunsysteem het virus minder goed onder controle houden omdat de "soldaatjes" (de witte bloedcellen) geïnfecteerd zijn. Op zijn beurt kan het virus zich dan weer meer vermenigvuldigen. Lange tijd zul je daar niets van merken, en de griepsymptomen van de eerste fase zijn al weg. Daarom wordt deze fase vaak de "asymptomatische" (zonder symptomen of klachten) fase genoemd. Je hebt dan helemaal niet door wat er in je lichaam aan de hand is.

Deze fase kan lang aanhouden (tot zo'n 10 jaar zonder behandeling). Al die tijd daalt het aantal witte bloedcellen gestaag (2). Dat is de onderliggende oorzaak van AIDS.

Derde fase: AIDS

In de derde fase gaat een HIV-positieve persoon over naar AIDS. Dit is de levensbedreigende eindfase van de ziekte. AIDS is levensbedreigend omdat je immuunsysteem zodanig verzwakt is door het HIV-virus dat het niet eens de zwakste microben aankan. Er bevinden zich ook heel veel HIV-deeltjes in het bloed (de viral load is hoog), waardoor de ziekte zich gemakkelijk naar anderen kan verspreiden (zie hieronder). Deze fase kan tot ongeveer drie jaar duren als de ziekte niet behandeld wordt. Uiteindelijk zal AIDS tot zulke ernstige infecties leiden dat het de dood tot gevolg heeft (2).


Hoe wordt HIV doorgegeven?

HIV kan worden doorgegeven wanneer het bloed, sperma, voorvocht of vaginale vocht van de geïnfecteerde persoon in aanraking komt met het bloed, de open wonden of het slijmvlies (in de mond, vagina of het anale kanaal) van iemand anders. Er zijn vier manieren waarop HIV hoofdzakelijk wordt doorgegeven van één persoon naar de ander (4):


- Seks: HIV kan worden doorgegeven door anale en vaginale seks. Maar door bepaalde kenmerken van het anale kanaal is het risico op infectie tijdens anale seks tien keer hoger dan tijdens vaginale seks. Zeker wanneer er wonden zijn of uitslag is rond de genitaliën (bijvoorbeeld door een andere seksueel overdraagbare ziekte) is het risico op het doorgeven van de ziekte hoog.

o Het risico op verspreiding tijdens orale seks met een penis is zeer laag (19), maar het zou kunnen gebeuren als degene die hun mond gebruikt, open wonden in de mond heeft. Om zeker te weten dat je beschermd bent, gebruik je een condoom

o Het risico op verspreiding tijdens seks tussen twee of meer mensen met een vagina is ook zeer laag. Er zijn maar een paar meldingen dat het ooit is gebeurd (19).


- Delen van naalden: in ziekenhuizen waar gebruikt injectiemateriaal niet goed gesteriliseerd kan worden (bijvoorbeeld in sommige gebieden met weinig hulpbronnen) is dit een belangrijke manier van verspreiding. Dit is ook van toepassing als je naalden gebruikt om drugs te injecteren, en je die naalden met anderen deelt. Daarom wordt het aangeraden om je te laten screenen op HIV als je voor controle bij je arts komt en je drugs injecteert (21).


- Moeder naar kind: het HIV virus kan worden doorgegeven door de moeder of barende ouder met een HIV-infectie naar het kind tijdens zwangerschap, de geboorte of tijdens borstvoeden. Zoals je hieronder kunt lezen zijn er op sommige plekken medicijnen beschikbaar die dit kunnen voorkomen.


- Bloedtransfusies: vandaag de dag wordt gedoneerd bloed gecontroleerd op de aanwezigheid van HIV, hepatitis en andere ziekteverwekkers. Maar een paar decennia geleden gebeurde dat nog niet routinematig - waardoor veel mensen tijdens die periode geïnfecteerd raakten met HIV doordat ze besmet bloed kregen. Dit komt nog steeds voor, maar zelden (19).

HIV verspreidt zich niet via hoesten, niezen of door de lucht (5). Het is prima mogelijk om een huishouden te delen met iemand die HIV heeft en je kunt gewoon hetzelfde servies en dezelfde toiletten gebruiken. Lichamelijk contact zoals een hand geven, zoenen en knuffelen kan de ziekte ook niet doorgeven. Je loopt alleen risico als je in nauw contact komt met het bloed, sperma, voorvocht of vaginaal vocht van iemand.

Gelukkig zijn er manieren om het bijna onmogelijk te maken voor een HIV-positieve persoon om de infectie aan een ander door te geven, zelfs tijdens onbeschermde seks. Lees hieronder meer daarover.

Hoe de diagnose HIV wordt gesteld

Als je arts vermoedt dat je misschien HIV hebt gekregen, kan die een paar soorten onderzoeken gebruiken om de diagnose te stellen.


De huidige Europese richtlijnen voor HIV-onderzoek raden aan om als eerste keuze een antigeen-antilichaamtest te gebruiken (7). Voor dit onderzoek moet je gaan bloedprikken, waarbij er een buisje bloed uit een ader wordt afgenomen. Dat wordt naar een laboratorium gestuurd, waar antigeen- en antilichaam-spiegels gemeten worden in het bloed. Een stukje van het HIV-virus is het antigeen, en ons lichaam reageert op de infectie door antilichamen aan te maken die specifiek zijn voor dat antigeen (8). Deze antilichamen helpen normaal gesproken bij het opruimen van microben, maar bij een HIV-besmetting zijn ze daar niet effectief genoeg in. Een HIV-positieve persoon zal daarom zowel HIV-antigeen als HIV-antilichamen in hun bloed hebben.


Het grootste voordeel van die test is dat het HIV kan detecteren in de eerste (acute) fase, wanneer je net besmet bent geraakt. Het is ook een heel betrouwbare test, met een hoge sensitiviteit en specificiteit. Als de test positief is, wordt er een tweede test gedaan (een antilichaam differentiatietest) om te bepalen welk type HIV er aanwezig is. Dat kan de beste behandeling beïnvloeden.

Het nadeel van de antigeen-antilichaamtest is dat er specifieke materialen en technieken nodig zijn, die misschien niet beschikbaar zijn in plekken met weinig hulpbronnen (5). De test kan ook alleen met bloed worden gedaan, waardoor hij moet worden afgenomen in een professionele zorgomgeving. Een andere optie waarbij er niet zoveel materialen of bloed nodig zijn is de snelle HIV test (9). Deze snelle tests meten de antilichaamspiegel in het bloed (uit een vingerprikje, niet uit een ader) of zelfs in mondvocht. De test kan thuis worden afgenomen of in een gezondheidscentrum en geeft een uitslag binnen 20 tot 40 minuten. De snelle test is helaas minder betrouwbaar dan de antilichaam-antigeentest en kan HIV niet in de acute fase detecteren.

Hoe HIV kan worden voorkomen

Er is momenteel geen genezing mogelijk voor HIV. Maar er bestaat wel medicatie om de ziekte onde controle te houden (zie hieronder). De diagnose van HIV stellen en beginnen met medicatie zijn de belangrijkste en meest effectieve manieren om te voorkomen dat HIV wordt doorgegeven of dat zich AIDS ontwikkelt.


Maar jij en je arts kunnen op verschillende manieren helpen voorkomen dat zich een HIV-infectie voordoet in de eerste plaats. Bijvoorbeeld:

- Condoomgebruik: hoewel perfect gebruik van een condoom HIV-verspreiding volledig voorkomt, is het moeilijk om een condoom echt perfect te gebruiken (je kunt hier meer lezen over het juiste gebruik). Daarom geven condooms zo'n 80% bescherming tegen infectie met HIV. Dat betekent dat in 80 van de 100 keer seks met een HIV-positief persoon het condoom bescherming geeft tegen de HIV-infectie (10).


- Voorkomen van moeder-kind-verspreiding: HIV kan worden doorgegeven van moeder of zwangere persoon aan het kind tijdens de zwangerschap, geboorte en borstvoeden. Maar als de zwangere persoon medicatie neemt om hun infectie onder controle te houden, is de hoeveelheid virus in het bloed (heel) laag. Dit voorkomt bijna altijd dat de infectie wordt doorgegeven (11).


- Besnijdenis: het (medisch) besnijden van de penis kan het risico op het doorgeven van HIV met 50 tot 60 procent verminderen (12). Dat komt omdat er veel immuuncellen in de voorhuid van de penis zitten, die door HIV worden aangevallen. Als je de voorhuid verwijderd heeft HIV dus minder kansen om een cel te infecteren. Tijdens de periode waarin de wond van de besnijdenis aan het genezen is, is doorgeven juist veel waarschijnlijker. Zodra de wond goed genezen is heeft het effect.

Belangrijk is dat dit vooral van toepassing is op heterseksuele situaties en dat het vooral de mannelijke partner of partner met penis beschermt (19). Het effect op het doorgeven van HIV na besnijdens bij mannen die seks hebben met mannen is niet duidelijk.


- Post-exposure profylaxe: zelfs als je al bent blootgesteld aan HIV (dit betekent de term "post-exposure") is het mogelijk om infectie te voorkomen als je binnen 72 uur na de blootstelling wordt behandeld (2). Voorbeelden van blootstellingen zijn onder andere onbeschermde seks met een HIV-positieve persoon, een prikincident in de gezondheidszorg of bloedcontact met een HIV-positieve persoon. In dit soort gevallen kun je medicatie krijgen die de infectie voorkomt (dat is wat "profylaxe" betekent). Doorgaans moet je deze medicatie ongeveer 4 weken achter elkaar neemn. Als je dus denkt dat je mogelijk bent blootgesteld aan HIV, neemt dan zo snel mogelijk contact op met je arts of bijvoorbeeld de GGD.


- Pre-exposure profylaxe (PrEP): sommige mensen hebben een groter risico om geïnfecteerd te raken, bijvoorbeeld als ze deel uitmaken van bovenstaande groepen. In dat geval heeft het misschien nut om medicatie te nemen vóór je bent blootgesteld ("pre-exposure"). Door deze medicatie te nemen zoals voorgeschreven (elke dag, op tijd), kun je je risico op een HIV-infectie tot wel 86 procent verminderen als je toch bent blootgesteld (13). Maar het is vaak lastig om de medicatie echt elke dag en op tijd in te nemen, dus vaak is de risicovermindering lager.

Als je denkt dat je in aanmerking komt voor PrEP (bijvoorbeeld omdat je regelmatig anale seks hebt met verschillende partners, of omdat je drugs injecteert), neem dan contact op met je arts om te vragen wat je mogelijkheden zijn.


Leven met HIV

Hoewel er nog geen genezing bestaat voor HIV, kan de ziekte wel goed onder controle gehouden worden met medicatie. Deze medicatie heet anti-retrovirale medicatie (ARM) of HIV-remmers. ARM houdt een HIV-positieve persoon in de asymptomatische fase van de infectie en voorkomt dat de HIV-deeltjes zich vermenigvuldigen. De "viral load" blijft dan laag (6). Het doel is om de viral load zo laag te houden dat de deeltjes niet te meten zijn in het bloed. Dit vermindert het risico op doorgeven van de infectie enorm. Als je geïnfecteerd bent, kun je op die manier toch een normaal leven leiden zonder je zorgen te maken dat je de ziekte doorgeeft, mits je je medicatie correct inneemt en je viral load inderdaad niet te meten is.


De medicatie kan er helaas niet voor zorgen dat het virus helemaal weggaat. Dat betekent dus dat als je stopt met het nemen van de medicatie, of als je de medicatie niet consistent inneemt, het virus zich weer kan vermenigvuldigen. Het virus kan dan zelfs resistent worden tegen de medicatie, die dan minder goed werkt. Je hebt dan een groter risico op het krijgen van AIDS en op het doorgeven van de infectie.



 

Bronnen


  1. Centers for Disease Control and Prevention. About HIV. Available from: https://www.cdc.gov/hiv/basics/whatishiv.html [Accessed November 27th, 2022]

  2. Deeks SG, Overbaugh J, Phillips A, Buchbinder S. HIV infection. Nature Reviews Disease Primers. 2015;1(1):15035. DOI: 10.1038/nrdp.2015.35

  3. Joint United Nations Programme on HIV/AIDS (UNAIDS). UNAIDS report on the global AIDS epidemic 2013. Available from: https://www.unaids.org/en/resources/documents/2013/20130923_UNAIDS_Global_Report_2013 [Accessed November 27th, 2022]

  4. Joint United Nations Programme on HIV/AIDS (UNAIDS). HIV and AIDS – Basic facts. Available from: https://www.unaids.org/en/frequently-asked-questions-about-hiv-and-aids [Accessed November 27th, 2022]

  5. Ghosn J, Taiwo B, Seedat S, Autran B, Katlama C. HIV. Lancet. 2018;392(10148):685-697. DOI: 10.1016/S0140-6736(18)31311-4

  6. Centers for Disease Control and Prevention. HIV treatment. Available from: https://www.cdc.gov/hiv/basics/livingwithhiv/treatment.html [Accessed November 27th, 2022]

  7. Gökengin D, Geretti AM, Begovac J, Palfreeman A, Stevanovic M, Tarasenko O, et al. 2014 European Guideline on HIV testing. Int J STD AIDS. 2014;25(10):695-704. DOI: 10.1177/0956462414531244

  8. Sonora Quest Laboratories. HIV-1/2 Antigen and Antibodies Fourth Generation, with Refl­exes. Available from: https://providers.sonoraquest.com/media/1150/hiv_4th_gen_test_summary_0416-2.pdf [Accessed November 27th, 2022]

  9. Centers for Disease Control and Prevention. Advantages and Disadvantages of FDA-Approved HIV Assays Used for Screening. Available from: https://www.cdc.gov/hiv/pdf/testing/hiv-tests-advantages-disadvantages_1.pdf [Accessed November 27th, 2022]

  10. Weller S, Davis K. Condom effectiveness in reducing heterosexual HIV transmission. Cochrane Database Syst Rev. 2002;(1):Cd003255. DOI: 10.1002/14651858.CD003255

  11. Mandelbrot L, Tubiana R, Le Chenadec J, Dollfus C, Faye A, Pannier E, et al. No perinatal HIV-1 transmission from women with effective antiretroviral therapy starting before conception. Clin Infect Dis. 2015;61(11):1715-1725. DOI: 10.1093/cid/civ578.

  12. Bailey RC, Moses S, Parker CB, Agot K, Maclean I, Krieger JN, et al. Male circumcision for HIV prevention in young men in Kisumu, Kenya: a randomised controlled trial. Lancet. 2007;369(9562):643-656. DOI: 10.1016/S0140-6736(07)60312-2

  13. McCormack S, Dunn DT, Desai M, Dolling DI, Gafos M, Gilson R, et al. Pre-exposure prophylaxis to prevent the acquisition of HIV-1 infection (PROUD): effectiveness results from the pilot phase of a pragmatic open-label randomised trial. Lancet. 2016;387(10013):53-60. DOI: 10.1016/S0140-6736(15)00056-2

  14. WHO. HIV. Available from: https://www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/hiv-aids#:~:text=HIV%20continues%20to%20be%20a,2.0%20million%5D%20people%20acquired%20HIV [Accessed December 1st, 2022]

  15. Jahagirdar D. Wrong Code. Available from: https://www.thinkglobalhealth.org/article/wrong-code [Accessed December 1st, 2022]

  16. Davis SLM. The uncounted: politics of data and visibility in global health. The International Journal of Human Rights. 2017;21(8):1144-1163. DOI: 10.1080/13642987.2017.1348707

  17. Quinn TC. Global epidemiology of HIV infection. In: Bartlett JA, Bogorodskaya M (eds.). UpToDate. 2022.

  18. Kelley CF, Pollack I, Yacoub R, Zhu Z, Van Doren VE, Gumber S et al. Condomless receptive anal intercourse is associated with markers of mucosal inflammation in a cohort of men who have sex with men in Atlanta, Georgia. Journal of the International AIDS Society. 2021;24(12):e25859. DOI: 10.1002/jia2.25859

  19. Cohen MS. HIV infection: Risk factors and prevention strategies. In: Gulick RM, Mitty J (eds.). UpToDate. 2022.

  20. National AIDS Trust. HIV in the UK statistics. Available from: https://www.nat.org.uk/about-hiv/hiv-statistics [Accessed December 1st, 2022]

  21. European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction. Guidelines for testing HIV, viral hepatitis and other infections in injecting drug users. Luxembourg: Publications Office of the European Union, 2010. Available from: https://www.emcdda.europa.eu/attachements.cfm/att_118462_EN_TD3009243ENC_web.pdf [Accessed December 2nd, 2022]


Let op: de informatie die we hier voor je verzamelen is strikt voor educatieve doeleinden. Als je je niet goed voelt of als je enige klachten of vragen over je gezondheid hebt, neem dan alsjeblieft contact op met je arts of andere relevante zorgmedewerker. Wij geven geen medisch advies.

Comments


bottom of page